Thursday, June 19, 2008

wtz -de reporters trekken erop uit

wtz-de reporters
jawel, beste lezers, de reporters trekken erop uit
en nu nemen ze geen blad voor de mond,
dit keer gaan ze naar de wielersport
waar zoals u weet, tom boonen beticht wordt van drugsgebruik
exclusief voor u, een interview met de sportman zelf
(tom boonen is tb)
wtz: tom boonen, is het waar wat de kranten schrijven?
is dit een onbezonnen jeugdzonde?
tb: ge moet niet alles geloven wat ze zeggen he, reporters
wtz: waar halen de kranten dan hun bronnen?
hoe komen ze erbij dit over u te zeggen, hun god?
tb: van de roddelpers zeker
wtz: u ontkent ten stelligste dat u drugs neemt?
tb: tja, 't is te zeggen (stottert een beetje)
wtz: dus u geeft toe?
tb: wat kan ik anders? zolang aan de top blijven, eist zijn tol e
wtz: en dus ?
wat is de conclusie van uw verhaal?
tb (geeft geen reactie, kijkt wat rond)
wtz: u beseft toch dat de kinderen, uw fans, zwaar ontgoocheld zijn ?
zij kijken naar u op, u bent als het ware hun god...
tb: tja, daar had ik niet aan gedacht
wtz: wil u nog een raad meegeven aan de lezers
tb: blijf eraf, waar je niet aan begint, kan je niet verslaafd aan raken (kijkt ernstig)
wtz: u ziet het, beste lezers, tb heeft u een goede raad gegeven, volg deze dus op

(wtz wil nog een tip meegeven, meer info over drugs via http://www.jongerenplaneet.be/
via hun dossiers)

maren
19/06/2008
17u 30

Wednesday, June 04, 2008

gedicht liefde is een illusie

liefde is een illusie
een rap
een rad dat rond me draait
een spel waarvan ik
slechts deel uit maak
ik wil schreeuwen
maar het lukt me niet
onderdruk mijn kreet

ik draai en wentel
buig en val

en breek
de liefde kent me niet
niemand kent me
ik laat me niet kennen

als je te dichtbij komt,
deins ik achteruit
je zal me pas kennen
als je je hand uitsteekt
dan zal je m’n tranen zien
de brokken vliegen in het rond
ze gaan en telkens weer
zal je alles oproepen
ren je weg

vlucht je naar me
of niet
wat wil je van me

Athilja
28 februari 2005

gedicht de prins

de prins

laatst was ik in een kasteel
ik liep de trap op
de treden kraakten onder mij
ik ging in elke kamer
één voor één
zocht ik
maar vond niet
wat ik dacht

de kamers waren leeg en kil
ik vroeg me af
waarvoor ze gediend hadden
ditmaal geen hemelbed
of beeldjes vol stof
geen uitzicht op de tuin
alles stil

waar is de prins?
toen wist ik het:
hij was vast een ritje
gaan maken met zijn zwarte paard

ineens voelde ik me
een kleine prinses
gevangen in haar droom

Athilja
17 april 2004